Kromlopen
(liep krom, heeft kromgelopen), 1. (van lijnen, ook van wegen, rivieren enz.) niet in rechte richting lopen ; 2. (van personen) met kromme rug lopen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(liep krom, heeft kromgelopen), 1. (van lijnen, ook van wegen, rivieren enz.) niet in rechte richting lopen ; 2. (van personen) met kromme rug lopen.
M. J. Koenen's (1937)
liep krom heeft kromgelopen; niet rechtop of in rechte richting lopen: een oud moedertje loopt krom; een lijn, een weg, een rivier kan kromlopen, gebogen of bochtig zijn.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('krom) (liep krom, heeft en is kromgelopen) 1. niet rechtop lopen : een -d oudje. 2. niet in rechte richting lopen : een -de weg.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(liep krom, heeft kromgelopen), 1. (van lijnen, ook van wegen, rivieren enz.) niet in rechte richting lopen; 2. (van personen) met kromme rug lopen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: