Wat is de betekenis van Krombenig?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Krombenig

bn., kromme benen hebbende.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Krombenig

adj., sabel-, krom-, tsjalskonkich.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

krombenig

bn.; met kromme benen of poten: een krombenige orgeldraaier: een koppel krombenige honden.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

krombenig

(’krom) bn. en bw. met kromme benen, poten een kind, paard.

Gerelateerde zoekopdrachten