Wat is de betekenis van Krijt (1)?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Krijt (1)

Krijt o. zekere uit koolzure kalk bestaande zachte, gemakkelijk afgevende delfstof: met krijt op het bord schrijven; teekenkrijt; wit, zwart, gekleurd krijt; — (spr.) hij werd zoo wit als krijt, doodsbleek; — (fig.) bij iem. in het krijt staan, hem geld schuldig zijn; — (fig.) met dubbel krijt schrijven, (inz. van tappers, logem...