kriempje
(1918) (Utrecht) kleinigheidje. • kriempje, kleinigheidje, kriezeltje, “kriepje”. - “Zoo’n kriempje notemuskaat werkt zoo voortreffelijk in den brandewijn,” Vonken en Vl. 195. (A. Beets: Utrechtse volkswoorden en volksgezegden. Lijst van dialectische en plaatselijke woorden, woordvormen, wendingen en uitdrukkingen...