Wat is de betekenis van kriemelen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kriemelen

(kriemelde, heeft gekriemeld), (w. g., gew.) 1. dooreen krioelen; 2. jeuken, kriebelen.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kriemelen

kriemelde, heeft gekriemeld; 1. krioelen: hoe die mieren kriemelen! 2. kriebelen: wat kriemelt me op mijn arm! 3. krabbelen: daar kriemelt iets aan de deur.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kriemelen

(kriemelde, heeft gekriemeld) 1. krielen : zijn opstellen van fouten. 2. jeuken : daar kriemelt me wat over de rug. 3. krabbelen : wat kriemelt daar aan de deur! 4. dralen, talmen.

Gerelateerde zoekopdrachten