Wat is de betekenis van kriebelen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kriebelen

(kriebelde, heeft gekriebeld), 1. het gevoel geven of veroorzaken van een reeks snel opeenvolgende lichte indrukken op de tastzin, minder sterk dan kittelen, krevelen : er kriebelt iets in mijn hals ; iem. onder zijn neus kriebelen; 2. slordig en haastig, ofwel heel klein schrijven.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kriebelen

kriebelen - regelmatig werkwoord uitspraak: krie-be-len 1. zachtjes kietelen ♢ ze kriebelt hem in zijn nek 2. heel klein schrijven ♢ hij kriebelde zijn naam op een papiertje Regelmati...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kriebelen

v., krevelje; (slecht schrijven) kribelje, krabbelje.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kriebelen

kriebelde, heeft gekriebeld; 1. zacht krabben, kittelen, jeuken: wat kriebelen die meikevers in mijn hand! 2. slecht of klein en onleesbaar schrijven: jongen, wat zit je weer te kriebelen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kriebelen

(kriebelde, heeft gekriebeld) [ ~krevelen] 1. zacht krabben, kittelen, jeuken : de meikevers in mijn hand; wie kriebelt daar in mijn nek? 2. slordig, haastig schrijven, kribbelen : hij is een brief aan ’t -.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kriebelen

(kriebelde, heeft gekriebeld), (onoverg. en overg.) 1. door zacht krabbelen een gevoel van jeuk geven: er kriebelt iets in mijn hals; iemand onder zijn neus 2. slordig en haastig, of wel heel klein schrijven.

2025-07-28
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

kriebelen

kriebelen ww. 'zacht krabbelen' categorie: intensiefvorming of frequentatief Nnl. kriebelen [1803; Weiland]; in kriebelde en krabbelde [1847; WNT]. Wrsch. gaat het om een affectieve variant van kribbelen 'krabbelen' [1599; Kil.], frequentatief van kribben 'krabbelen' [1599; Kil.], dat wrsch. een nevenvor...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kriebelen

Kriebelen (kriebelde, heeft gekriebeld), jeuken; kittelen; — slordig en heel klein schrijven.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Kriebelen

Kriebelen, ow. zie KRIEWELEN.