Kreupelheid
v., het kreupel-zijn, ook fig.
Veerman (1954)
1. (veet.) K. kan zeer verschillende oorzaken hebben en deze kunnen liggen op zeer verschillende plaatsen aan de ledematen. Voor het stellen van de juiste diagnose is het in de eerste plaats nodig, dat men uitmaakt aan welk been het dier kreupel is. I.h.a. kan men zeggen, dat als het dier aan een der benen kreupel is, het gezonde naastgelegen been...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(mank gaan, hinken, claudicatió) is een onregelmatigheid in de gang, ontstaande door verminderde bruikbaarheid van één der onderste ledematen, zodat de lijder zo kort mogelijk daarop steunt (z hinken). Een veelvuldige oorzaak van mank lopen is de aangeboren heupontwrichting, waarbij de kop van het dijbeen niet in...
John Kooy (1933)
manke, ongelijke gang. veroorzaakt door verschil in lengte der beenen, vaak berustende op (aangeboren) chronische ontwrichting v/d heup.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: