Wat is de betekenis van Kreen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kreen

bn., (gew.) 1. precies, nauwlettend, kieskeurig, erg zindelijk, overdreven netjes; pijnlijk nauwgezet; 2. lichtgeraakt, lastig van humeur ; 3. niet veel kunnende verdragen: eieren zijn kreen, luisteren nauw, zijn spoedig niet meer lekker.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kreen

Kreen bn. (gew.) nauwgezet; kieskeurig, erg zindelijk; — lichtgeraakt; boos, nijdig, lastig van humeur; — eieren zijn kreen, luisteren nauw, zijn spoedig niet meer lekker.