krankjorem, krankjorum
(eind 19e eeuw) (inf.) gek; krankzinnig. Volgens Stoett van oorsprong Zaans. O.a. bij Boekenoogen (De Zaanse volkstaal). • Maar 't recht mot z'n loop hebbe. . dat zegt ieder. ... de burgemeester. ... de. . dokter. . ieder en hij lijkt krankjorem! (Israël Querido: Menschenwee: Roman van het land, Volume 2. 1903) • .... dat toch maar...