Wat is de betekenis van Krakeling (2)?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Krakeling (2)

Krakeling m. (-en), (nat. hist.) een vlinder (diloba coendeocephala), op welks glanzende, blauwachtig grijze bovenvleugels zich eene groenachtige witte vlek vertoont, die eenigszins den vorm heeft van een krakeling.

Gerelateerde zoekopdrachten