Wat is de betekenis van Krab (2)?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Krab (2)

KRAB, v. (-ben), krauw, schram op de huid (met nagels of klauwen) toegebracht. KRABJE, o. (-s), krauwtje.

Gerelateerde zoekopdrachten