Kraampje
o. (-s), kleine kraam (1.); (fig.) ’t is een zwak kraampje, hij heeft een zwak lichaamsgestel, (ook) ’t is een mager boeltje.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), kleine kraam (1.); (fig.) ’t is een zwak kraampje, hij heeft een zwak lichaamsgestel, (ook) ’t is een mager boeltje.
Wiktionary (2019)
kraampje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kraam Woordherkomst Afgeleid van kraam met het achtervoegsel -pje
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: