Wat is de betekenis van Kraamheer?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kraamheer

m. (...heren), man wiens vrouw in de kraam ligt.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kraamheer

s., kreamhear(re).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kraamheer

m. -heren; vader v. e. jonggeborene.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kraamheer

('kra:m) m. (...heren) man wiens vrouw in het kraambed ligt.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten