Wat is de betekenis van Kraakschoon?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kraakschoon

bn. bw., kraakzindelijk : ’t is er kraakschoon in huis.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kraakschoon

('kra:k) bn. (...schone) en bw. kraakzindelijk.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kraakschoon

bn. en bw., kraakzindelijk: het is er — in huis.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kraakschoon

Kraakschoon bn. bw. kraakzindelijk: ’t is er kraakschoon in huis.

Gerelateerde zoekopdrachten