Wat is de betekenis van kotmadam?

2025-07-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kotmadam

vrouw met studenten op kot. vrouw die studenten op kot heeft; vrouw die kamers verhuurt aan studenten; eigenares van een pand met studentenkoten. Voorbeelden: Zij, op haar beurt, beschouwde ons dan ook niet als studentes [...]. Wij waren bij haar niet op kot, zoals onze medestudenten dat bij hun kotmadammen waren, wij waren bij haar...

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kotmadam

(1959) (Vlaanderen, stud.) hospita. • Leuven telt thans 12.500 studenten. De mannelijke studenten wonen op kamers, die in de studententaal „kot” worden genoemd, terwijl de eerbare burgervrouw, die de kamer verhuurt oneerbiedig „kotmadam” wordt genoemd. (Arnhemsche courant, 03/02/1959) • (Henri van Daele: Ik, een...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kotmadam

kotmadam - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die één of meer kamers in haar eigen woonhuis ter beschikking stelt aan een kostganger, student of commensaal Woordherkomst samenstelling van kot en madam Synoniemen hospita

2025-07-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

kotmadam

verhuurster van studentenkamer, (NL) huisbazin, hospita (informeel) Voor Marlene is Emma niet de eerste student in huis. Ze is al haar hele leven kotmadam. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 6

2025-07-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kotmadam

(de, -men) hospita.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)