Wat is de betekenis van korst?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Korst

v. (-en), 1. oppervlakte van of rand aan enig lichaam die door grotere hardheid of taaiheid, ook door andere afwijkingen, van de er onder liggende stof verschilt en daarvan meer of minder scherp af te grenzen is: de korst van de kaas afsnijden; wat een harde korst is er aan dat brood; de korst van een pastei; bij banketb. ook als naam...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

korst

korst - Zelfstandignaamwoord 1. een harde buitenste laag om iets dat verder relatief zacht is Kinderen willen vaak de korst van hun brood niet opeten. korst - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van korsten 2. gebiedenwijs van korsten

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

korst

korst - zelfstandig naamwoord 1. harde kant aan de buitenkant van iets zachts ♢ er zat een harde korst om het brood Zelfstandig naamwoord: korst de korst de korsten het korstje...

2025-07-25
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

korst

Rand of stuk(je) brood die verwerkt kan worden tot een onderdeel van koude en warme gerechten.

2025-07-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

korst

korst - Een harde of broze buitenlaag of bedekking op een materiaal of object.

2025-07-25
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

korst

of rhytidoma ➝ kurkcambium.

2025-07-25
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Korst

crusta, een buitenste harde laag, meestal van opgedroogd exsudaat of excretie (in het bijzonder bij huidziekten en wonden).

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Korst

s., koarste; (kapje van brood) plasse; (roof), rouwe, koarste; (laag vuil), oergroede; een vuile — krijgen, oergroeije.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

korst

V. -en; 1. harde, droge oppervlakte van iets, dat week is: de korst v. e. kaas; de korst of roof op een wonde; 2. een stuk korst: een droge korst brood; zie pastei, korstjes.