Wat is de betekenis van Kops?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kops

bn., de kop, de dwarse snede of het smalste vlak vertonend: kops hout (ook aaneengeschreven); een kopse laag (van metselsteen).

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kops

kops - bijvoeglijk naamwoord 1. dwars op de houtnerf ♢ het hout is kops gezaagd Bijvoeglijk naamwoord: kops de/het kopse ...

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Kops

(Jan) Nederlands plantkundige, ° 4 maart 1765 te Amsterdam, predikant 1815 hoogleraar te Utrecht, waar hij 9 jan. 1849 †; bewees de landbouw gewichtige diensten, schreef Flora Batava of afbeelding en beschrijving van Nederlandse gewassen.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kops

bn., de kop, de dwarse snede of het smalste vlak vertonend: — hout (ook aaneengeschreven); een kopse laag (van metselsteen).

2025-07-24
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Kops

Onder dezen naam vermelden wij: Willem Kops, een Nederlandsch letterkundige. Hij werd geboren te Amsterdam in 1724 en heeft zich vooral een naam gemaakt door zijne: „Schets eener geschiedenis der rederijkers”, opgenomen in de werken der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde. Ook is van hem in handschrift eene verhandeling over „Oude woorden en...

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)