Wat is de betekenis van koppensneller?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koppensneller

m. (-s), 1. die koppen snelt: de Dajaks waren bekend als koppensnellers; 2. het wapen waarvan een koppensneller zich bedient.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

koppensneller

(1966) (sch.) lezer van krantenkoppen. • Maar „Koppensnellers" a) hebben weinig tijd - het gaat vaak in een „hurry" en b) kunnen geen verstand hebben van ieder artikel om te ... (Onze Taal. 1966) • U pakt uw ochtendblad. Als een getraind koppensneller raast u door het pregnante koppenwerk op de voorpagina. (Elsevier, 15/10/19...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

koppensneller

koppensneller - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die tot een stam behoort die aan koppensnellen doet De Asmat waren koppensnellers en kannibalen, en werden daardoor grotendeels ongestoord gelaten tot het midden van de 20e eeuw. Woordherkomst Naamwoord van handeling van koppensnellen...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

koppensneller

m. -s: Dajaks zijn koppensnellers. (zie koppensnellen).

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

koppensneller

m. (-s), 1. iemand die koppen snelt: de Dajaks waren bekend als koppensnellers; 2. (scherts.) arbeider die de koppen van heipalen afzaagt of -brandt; 3. (scherts.) iemand die van de krant alleen de koppen (opschriften) leest.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Koppensneller

KOPPENSNELLER, m. (-s), die koppen snelt; benaming, aan de Dajaks gegeven; (ook) het wapen, waarvan de koppensneller zich bedient.