kop (o.a.lichaamsdeel)
m. (-pen), 1. het voorste of bovenste, van de romp meer of minder duidelijk afgescheiden deel van het dierlijk lichaam, overeenkomend met het hoofd bij de mens: vogels hebben een kleine —; (oneig) er is geen of staart aan te vinden, geen begin of einde; al wat hij vertelt heeft noch staart, heeft slot noch zin; de — opsteken, zich (opni...