Wat is de betekenis van Koopmanschap?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koopmanschap

v. (-pen), 1. koophandel, bedrijf van koopman: koopmanschap drijven; 2. (veroud., gew.) daad van koophandel, affaire; 3. (meest coll. of mv.) goederen als voorwerp van handel, koopwaar; 4.(gew.) met koopmanschap lopen, venten.

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Koopmanschap

s., keapmanskip, keappenskip.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

koopmanschap

v.; handel; goederen, handelswaren: koopmanschap drijven,handelen.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

koopmanschap

v. (-pen) I. Eig. koophandel: drijven. II. Metn. 1. bekwaamheid in het drijven van koophandel: dat is zaak van kennis en -. 2. handelswaren, goederen.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Koopmanschap

KOOPMANSCHAP, v. (-pen), goederen, handelswaren koopmanschap drijven, handelen.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)