Koof
(<Fr.), v. (koven), (Zuidn.) 1. vrouwenmuts; 2. (gemeenz.) klap; 3. wijf.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1960+, vero.) (jeugd) leuk, jofel. Destijds ook de naam van een tienerblad. • Uitgaande van de stelling dat kitsch-pop (of enz.) alleen genietbaar is van mensen-met-de-kapasiteiten-om-het-te-kunnen kan ik je zeggen dat P.J. Proby een heel erg zeer uitstekend voorbeeld is van bedoelde popkitsch, het mag, het kan, tis gewoon koof weetjewel....
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
koof - Zelfstandignaamwoord 1. hoofddeksel of hoofdtooi 2. Schuin vlak tussen wand en zoldering
Walter De Clerck (1981)
Klap, oorveeg, m.n. in de verb. koof geven, krijgen, een pak slaag geven, krijgen. (Zie ook BO en C.). Afl.: koven, (iem.) afranselen, een pak slaag geven, slaan (Met de vrije rechterhand koofde mijnheer Bosteels hem ondertussen tegen de kop, in absolute stilzwijgendheid, wat de operatie nog tragischer maakte, CLAES 1950, 112. In een...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[→Eng.], v./m. (koven), gebogen of schuin vlak dat de overgang vormt tussen de wand en de zoldering van een vertrek.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: