Kondwachter
zie KONTWACHTER.
J.H. van Dale (1898)
KONDWACHTER, m. (-s), (scheepst.) zekere klamp, doodshoofd; — dun touw, om de sloep naar boord te halen, als men er in wil gaan; ook kouswachter geheeten.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jacob van Lennep (1865)
z.n.m. of kouswachter. 1. (Veroud.) Langwerpige klamp, later rond schijfjen, waar de blinde schenkel werd doorgehaald, en Stagkous of doodshoofd genoemd. Zie ald. 2. Het touw, dat aan den sleper, waaraan de sloepen liggen, is vastgemaakt en dient om ze dichter aan boord te halen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: