Wat is de betekenis van Kolsem?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kolsem

m. (-s), (zeew.) zaathout, tegenkiel: kiel die binnen in het schip over de buikstukken met de buitenkiel verbonden wordt.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kolsem

planklaag wat die skeepsvloer met die kiel verbind.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kolsem

s., kolswyn (it).

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kolsem

m. (s), (zeevaart) zaathout, tegenkiel.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

kolsem

kolsem - m., balkengestel op de kiel van een schip en versterking.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kolsem

KOLSEM, m. (-s), (zeew.) zaathout, tegenkiel: kiel, die binnen in het schip over de buikstukken met de buitenkiel verbonden wordt.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Kolsem

Kolsem, m. (-s), (zeew.) zaadhout, tegenkiel.

2025-07-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Kolsem

z.n.m. Kolzwijn of zaadhout. - Tegenkiel, die binnen in ’t schip komt.

Gerelateerde zoekopdrachten