Kolderen
(kolderde, heeft gekolderd), 1. aan de kolder lijden : het -paard begint te kolderen ; 2. (fig.) gek zijn, raaskallen, onzin praten.
Van Dale Uitgevers (1950)
(kolderde, heeft gekolderd), 1. aan de kolder lijden : het -paard begint te kolderen ; 2. (fig.) gek zijn, raaskallen, onzin praten.
Wiktionary (2019)
kolderen - Werkwoord 1. aan de kolder lijden ♢ Hij moest daarna nog drie jaar lang kolderen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
kolderde, h. gekolderd (1 de kolder krijgen; 2 fig. allerlei dwaasheden doen): 1. het paard kolderde; 2. fig. de jongen koldert.
Jozef Verschueren (1930)
('koldәrәn) (kolderde, heeft gekolderd) 1. de kolderziekte krijgen: dat paard begint te -. 2. onzin doen, praten.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(kolderde, heeft gekolderd), 1. aan de kolder lijden: het paard begint te —; 2. (fig.) gek zijn, raaskallen, onzin praten.
J.H. van Dale (1898)
KOLDEREN, (kolderde, heeft gekolderd), den kolder (de ziekte) krijgen het paard begint te kolderen; (fig.) zich als een dolleman aanstellen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: