kokosmakroon
(1984) (scheldw.) idioot, sufferd. Eigenlijk: een grote ronde koek met een gat in het midden. Volgens Van Dale weinig gebruikt en schertsend. Gelezen op internet: ‘Kijk die kokosmakroon nouw daar midden op de dansvloer.’ • In de loop van het gesprek passeert een scala van benamingen voor het lokale gezag de revue: gemeentecowboys,...