Koek(en)bakken
o., 1. beroep, vak van de koek(en)bakker; 2. het bakken van koeken: moeder is aan het koekenbakken.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. beroep, vak van de koek(en)bakker; 2. het bakken van koeken: moeder is aan het koekenbakken.
J.H. van Dale (1898)
o. beroep, vak van den koek(en)bakker; — het bakken van koeken: moeder is aan het koekenbakken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
o. beroep, vak van den koek(en)bakker; — het bakken van koeken: moeder is aan het koekenbakken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: