Wat is de betekenis van knurf?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knurf

m. (knurven), (Barg.) slag. Zie ook Knorf.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

knurf

1) (1906) (Barg.) klap, mep. 'Knurf krijgen': slaag krijgen. 'Knurf geven': er duchtig op los slaan. • Knurf, klap. Hij kreeg een knurf in zijn tronie. (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Soo'n knurf de vent ook fan die Rooie ‘stille’ had te ferdure,... bracht verdrietig Frits Weerels er tusschen in. (Israël Quer...

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Knurf

[eig.: knobbel in stengel, gezwel, bonk] div. betekenissen, o.a. scheldwoord voor provinciaal of daarmee gelijkgesteld persoon.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Knurf

(Barg.) trap

2025-07-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

knurf

klap. Hij kreeg een knurf in zijn tronie.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

knurf

knurf - m., (argot), trap.