Wat is de betekenis van Knuf?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knuf

m. en v. (-fen), die knuft.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

knuf

(2015) (inf.) knuffel. • Ze geeft alle ‘knappies’ die gaan reageren alvast ‘een dikke knuf’ en ze sluit af met (ik beloof het je, erger gaat het vandaag niet meer worden, hou je vast, daar komt-ie), TOEDELS! (Jeroen Guliker: Niet voor tere zieltjes. 2015)

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Knuf

m. en v. (-fen), die knuft.