Wat is de betekenis van knorrepot?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knorrepot

m. en v. (-ten), knorrig mens, brompot, pruttelaar; een oude knorrepot.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

knorrepot

(1985) (luchtv.) bijnaam van de Douglas DC-3 Dakota. • Ad van Ommen laat een lange stoet Dakota-piloten aan het woord over onvergetelijke tochten met de tweemotorige knorrepot, waarvan er tot in het laatste oorlogsjaar twaalfduizend werden gebouwd. (de Volkskrant, 14/12/1985)

2025-07-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

knorrepot

ontevreden (knorrend) mens. De neiging tot knorren wordt vaak toegeschreven aan oude mensen. Het woord wordt daarom ook vaak voorafgegaan door ouwe. In oudere bronnen duikt deze samenstelling soms op als metafoor voor de wereld of de winter. Een synoniem van knorrepot is: brompot.Den ouden Heer Edeling ken ik van voor vele jaren. ’t Is een e...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Knorrepot

r., grom(mel)pot, gnoarpot, prottelgat (it), grynbek, grobbert stut.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knorrepot

m. en v. knorrepotten (pruttelaar, grompot, knorrig mens).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

knorrepot

('knorrə) m. en v. (-ten) knorrig mens, brompot, pruttelaar : een oude -.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

knorrepot

m. (ten), knorrig mens, brompot, pruttelaar: een oude —.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Knorrepot

m. en v. (-ten), knorrig mensch, brompot, pruttelaar: een oude knorrepot.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)