Knorrepot
m. en v. (-ten), knorrig mens, brompot, pruttelaar; een oude knorrepot.
Marc De Coster (2020-2025)
(1985) (luchtv.) bijnaam van de Douglas DC-3 Dakota. • Ad van Ommen laat een lange stoet Dakota-piloten aan het woord over onvergetelijke tochten met de tweemotorige knorrepot, waarvan er tot in het laatste oorlogsjaar twaalfduizend werden gebouwd. (de Volkskrant, 14/12/1985)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
ontevreden (knorrend) mens. De neiging tot knorren wordt vaak toegeschreven aan oude mensen. Het woord wordt daarom ook vaak voorafgegaan door ouwe. In oudere bronnen duikt deze samenstelling soms op als metafoor voor de wereld of de winter. Een synoniem van knorrepot is: brompot.Den ouden Heer Edeling ken ik van voor vele jaren. ’t Is een e...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: