Knopen
(knoopte, heeft geknoopt), 1. een knoop of knopen leggen in : je moet het niet zo stijf knopen; een das knopen; 2. door middel van een knoop of knopen vastmaken, verbinden: een band om de arm knopen; twee touwen aan elkaar knopen; iets in een doek knopen, het er in leggen en vervolgens de overstaande punten door een knoop aan...