Knobbeltje
o. (-s).
Marc De Coster (2020-2025)
(1972) (inf.) clitoris. Vgl.: claxon*, dief*, genotsknots*, klit*; knopje*. • … en terwijl z’n wijsvinger me knobbeltje – student Stievekleut noemt het de clitoris, maar meisjes zelf noemen het ‘me dief’ – wreef, drong z’n duim aarzelend de mond van me muis binnen. (Louis Paul Boon: Mieke Maaike&rsquo...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
knobbeltje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knobbel
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: