Knipluis
m. (...luizen), 1. schimpnaam voor een kleermaker ; 2. ben. voor de akker- of veldmunt.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (...luizen), 1. schimpnaam voor een kleermaker ; 2. ben. voor de akker- of veldmunt.
Marc De Coster (2020-2025)
(18e eeuw) (sch.) kleermaker. • (Carolus Tuinman: De oorsprong en uitlegging van dagelijks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden. 1720) • En gij kent wel het verhaal van dien kleermaker en zijn vrouw, die veel ruzie hadden onder elkaar. De vrouw schold haar man voor knipluis. Hij werd er razend onder; en hoe woedender hij werd, des te di...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: