Wat is de betekenis van knikkeren?

(knikkerde, heeft geknikkerd), 1. met knikkers spelen, een kinderspel in hoofdzaak bestaande in het werpen („schieten” of „rollen”) naar een kuiltje of naar een perk met andere knikkers om die er uit te werpen; 2. (fig.) werpen als (met) knikkers; iem. van de baan, er uit knikkeren, met krachtige en soms minder fraai...

1) (17e eeuw) (euf.) copuleren, neuken. Volgens het WNT wellicht op grond van obscene vergelijking van de teelballen met knikkers: met de testikels spelen, coire. • Kniertje Knikkerbils, een Meysje als een Swaan, Die met Arent de Koetsier dorst ... knikkeren soo lang tot datse suysebollen. (Pans fluytje, ofte heydens banket. 1675) • Vrou...

knikkeren - Werkwoord 1. (inerg) (speelgoed), (spel) een spel met vele variëteiten gespeeld met knikkers ♢ De kinderen knikkerden op het schoolplein. 2. ~ uit verwijderen, buiten spel of buiten de deur zetten ♢ Ze hadden weer ruzie en nu heeft zij hem eruit ...

knikkeren - regelmatig werkwoord uitspraak: knik-ke-ren 1. spel waarbij je knikkers in een kuiltje of tegen andere knikkers probeert te gooien ♢ onze Dunja heeft bij het knikkeren al haar knikkers verloren 2. iemand ergens (late...

Zeventiende-eeuwse schertsende uitdrukking voor copuleren. Volgens het WNT wel licht op grond van een obscene vergelijking van de teelballen met knikkers: ‘met de testikels spelen, coire’. Kniertje Knikkerbils, een Meysje als een Swaan, Die met Arent de Koetsier dorst... knikkeren soo lang tot datse suysebollen. Pansfluytje, ofte heydens banket. 1...

Johannes Sartorius [1656] en Betje Wolff kennen de verwensing loop knikkeren!, in de betekenis ‘ik ben boos door je gedrag, hoepel nu maar op’. De Cock (1908: nr. 477) voegt daar nog aan toe zwijg en ga eerst nog wat met de knikkelen spelen! en ga met de knikkers spelen! De emotionele betekenis duidt op allerlei kle...

knikkeren - toegepast op coïre; wsch. op grond van de vergelijking van de testikels met knikkers; vgl. echter ook andere (kinder)spelen in dezelfde betekenis als het hieronder genoemde woord en pimpampet. 't Was Kniertje..Die met Arent de Koetsier dorst... knikkeren soo lang tot datse suysebollen, Pans 91 Fluytje 8 [1675].

v., knikke; (om geld), sintsjeknikke.

knikkerde, h. geknikkerd (1 met knikkers spelen; 2 op zij schuiven; de laan uitsturen): 1. de jongens knikkeren; 2. iem. er uit knikkeren; iem. van de baan knikkeren, hem de voet lichten.