Wat is de betekenis van Knijf?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knijf

o. (knijven), (gew.) knipmes; — (oudt.) lang, puntig mes of zulk een ponjaard.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

knijf

(16e eeuw) (inf.) lang, puntig mes, gebruikt als wapen. Reeds in het werk van P.C. Hooft: "Henrik den vierden …: die …, als hy stondt om den topsteen op 't gebouw zijner grootheidt te planten, … aan 't moordaadigh knijf van eenen verraader bleef." Tegenwoordig ook: knipmes; zakmes. Syn.: nijf*. Duitse volkstaal: Knief. •...

2025-07-25
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

knijf

mes Zie verder bij nijf. • Hij bloedde als een rund. Die andere had ’m een jaap met een knijf gegeven, dwars door z’n • borstkas heen. ¶ Piet Bakker, Het geheim van Dr. Ling (1941), p. 61

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knijf

o. knijven (vero., gew.: ponjaard; lang, puntig mes; ook; knipmes).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

knijf

o. (knijven) [~ knijpen] 1. Eert. lang, puntig mes, ponjaard. 2. Tgw. knipmes.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Knijf

o. (knijven), (gew.) knipmes; — (oudt.) lang, puntig mes of ponjaard.

2025-07-25
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Knijf

vetus. Culter, gladius. ang. knyse.