Knibbelaar
m., KNIBBELAARSTER, v. (-s), 1.die knibbelt, afdingt; vand. vrek: die knibbelaar kijkt op een cent; 2. ruziemaker.
Van Dale Uitgevers (1950)
m., KNIBBELAARSTER, v. (-s), 1.die knibbelt, afdingt; vand. vrek: die knibbelaar kijkt op een cent; 2. ruziemaker.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (s), 1. iemand die knibbelt, af dingt; vandaar vrek: die — kijkt op een cent; 2. ruziemaker.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
m., KNIBBELAARSTER, v. (-s), die knibbelt, afdingt: vrek: die knibbelaar kijkt op een cent; die vrouw is een eerste knibbelaarster.
I.M. Calisch (1864)
Knibbelaar, m., *-STER, v. (-s), die knibbelt, afdingt; vrek. *...LARIJ, v. (-en), het afknibbelen, afdingen; vrekkigheid. *...LEN, ow. gel. (ik knibbelde, heb geknibbeld), afdingen, naauw bedingen; kleingeestig redetwisten, haarkloven; zie KNABBELEN. *...LIG, bn. en bijw. (-er, -st), haarklovend; vrekkig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: