Wat is de betekenis van Knaster?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knaster

KANAS'TER, KANAS'SER (<Sp.), 1. m. (-s), kist of korf van vlechtwerk voor verzending van tropische producten; inz. mand van grof rottingriet voor suiker ; of: korf van (Spaans) riet waarin varinastabak wordt verzonden ; vand. 2. (v.) varinastabak in bladen ; fijnste soort van rooktabak ; — (iron.) slechte tabak; — (spr.)...

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Knaster

zie kanaster.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Knaster

(kanaster) verzendingskorf voor tropische produkten; fijne tabakssoort

2025-07-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Knaster

knaster, tabak; brompot; ouwe paai.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knaster

m. en v.;. zie kanaster.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

knaster

= kanaster.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

knaster

knaster - zie: „kanaster”.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Knaster

Het begrip knaster heeft 2 verschillende betekenissen: 1. knaster - KNASTER m. (-s), rieten kist of korf, waarin tabak wordt verzonden; emballage voor suiker. 2. knaster - KNASTER v. varinastabak, in bladen; fijnste soort van rooktabak, die in knasters verzonden wordt; (iron.) slechte tabak; (spr.) dat is andere tabak dan knaster, dat is iets be...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Knaster

Knaster, m. gmv. zie KANASTER.