Wat is de betekenis van knast?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knast

knast - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knassen ♢ Jij knast 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knassen ♢ Hij knast 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van knassen knast!

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Knast

knoest; kapje v. brood; Knast schieben, in de bak zitten.