Knarpen
(knarpte, heeft geknarpt), 1. een krakend of knarsend geluid maken, b.v. van raderen in het zand ; daarnaast ook knoerpen, knirpen of knierpen geheten: de sneeuw knarpt onder je voeten; op een orgel knarpen. 2. (gew.) zaniken, zeuren.
Van Dale Uitgevers (1950)
(knarpte, heeft geknarpt), 1. een krakend of knarsend geluid maken, b.v. van raderen in het zand ; daarnaast ook knoerpen, knirpen of knierpen geheten: de sneeuw knarpt onder je voeten; op een orgel knarpen. 2. (gew.) zaniken, zeuren.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (19e eeuw) (vnl. Utrecht, Drente, inf.) zeuren, zaniken. • (G.J. Boekenoogen: De Zaansche volkstaal. 1897) • Zie je nou wel, Pollie, dat je net zo kiedewiet bent als de rest van de jonges, die maar liggen te zagen en te knarpen of ze op hotel zijn. (Willem van Iependaal: Lord Zeepsop. 1937) • Toen begunde Albert te knarpen. En...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('knarpən) (knarpte, heeft geknarpt) [klnb.] een krakend geluid maken : de raderen door het zand ; de sneeuw knarpt onder je voeten.
J.H. van Dale (1898)
KNARPEN, (knarpte, heeft geknarpt), een krakend of knarsend geluid maken, b. v. van raderen in het zand; elders ook knoerpen. knirpen of knierpen geheeten; het vriest hard, de sneeuw knarpt onder je voeten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: