Kluisvrucht
v. (-en), openspringende droge vrucht die in stukken uiteenvalt, en waarbij de stukken afzonderlijk openspringen.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), openspringende droge vrucht die in stukken uiteenvalt, en waarbij de stukken afzonderlijk openspringen.
Veerman (1954)
is een in hokjes uiteenvallende vrucht, waarvan de afzonderlijke hokjes openspringen; er zijn twee-, drie-, tot veelkluizigen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
is een droge vrucht, die bij rijpheid uit elkaar valt in meerdere éénzadige deelvruchten, die bovendien openspringen, zoodat de zaden worden weggeslingerd. Het bingelkruid heeft tweekluizige, de wolfsmelk driekluizige en de ooievaarsbek vijfkluizige vruchten.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Kluisvrucht - naam voor een openspringende droge vrucht, die in stukken uiteenvalt, en waarbij tevens de stukken afzonderlijk opengaan, zoodat het zaad wordt weggeslingerd. Voorbeelden: de Euphorbiaceeën, Geranium, Erodium.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: