Kloris
m., (gemeenz.) vrijer: waar is je kloris?
Marc De Coster (2020-2025)
1) (19e eeuw) (inf.) vrijer. Ontleend aan het 18e eeuwse kluchtspel ‘De bruiloft van Kloris en Roosje’, waarin een manspersoon Kloris wordt opgevoerd. • Ik geloof, dat ik best iets moorddadigs zou kunnen doen, wanneer ik mijn gewezen Kloris met een ander zou zien fietsen, zooals jij het meegemaakt hebt. (Cissy van Marxveldt: De H.B...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
stommeling; sukkel. Verwijst naar de hoofdpersoon uit het achttiende-eeuwse kluchtspel ‘De bruiloft van Kloris en Roosje’. Aanvankelijk werd er een ‘vrijer’ mee aangeduid. Die betekenis komen we nog tegen bij Cissy van Marxveldt (De H.B.S.-tijd van Joop ter Heul, 1919). Zie ook gekke kloris (en varianten hierop).Pietje vond...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: