Klootvis
(Zuidn.) klootvis verkopen, flauwiteiten debiteren, foppen, met iem. gekscheren.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1951) (Vlaanderen, inf.) bedriegerij, bedrog; flauwe praat, lulkoek. 'Het zal klootvis zijn.' 'Klootvis verkopen'. 'Klootvisserij' is boerenbedrog. • 'Welke vis, Cordula?' 'Klootvis, nondeju.' (Gerard Walschap: Zuster Virgilia. 1951) • Klootvis z.n. ; m.: wartaal, onzin, dom gesnap; ‘t is klootvis: het is wartaal; ook: kul, pr...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: