Wat is de betekenis van klofting?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

klofting

(1906) (Barg.) kleren; beddengoed. Zie ook: kloffie*. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (H.W.J. Kroes: Dieventaal. 1913) • Klofting: kleeren. (Voorwaarts, 15/04/1926) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1932) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948) • (Justus...

2025-07-27
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

klofting

1. kleren: Pl. Amst.; 2. beddengoed: Boeventaal. klok, in: onder de klok lopen, geslachtsziek zijn. Verwijzing naar de klok boven het poortje van het Binnengasthuis, tot in de jaren dertig de ingang van de afdeling geslachtsziekten: Doar mot-je mei noa ’t Binnegasthuis, ferdaurie, dat waafetuig auk ... ik denk, dat je ondir de klok komt te la...

2025-07-27
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

Klofting

kleren, ook wel: beddegoed.

Gerelateerde zoekopdrachten