Wat is de betekenis van Kloek, kip?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kloek, kip

v. (-en), 1. kip die kuikens heeft, klokhen: een kloek met twaalf kuikens; 2. (diev.) een kloek met kuikens, blok met gewichten.