Wat is de betekenis van kloefkapper?

m. (-s).

(1974) (Vlaanderen, scheldw.) lomperd. In sommige dialecten ook: een slechte kapper. De oorspronkelijke (19e eeuwse) betekenis is echter klompenmaker (in die zin o.a. bij Amaat Joos. Waas Idioticon. 1900). Vgl. fietsenmaker* en koekenbakker*, beroepen met negatieve associaties. • Kloefekapper z.n. (mv. - s), vkiw. - tsje ; m.: 1. klompenmaker;...

kloefkapper - Zelfstandignaamwoord 1. klompenmaker 2. (scheldwoord) lomperik Woordherkomst samenstelling van kloef en kapper

KLOEFKAPPE m. (-s); ...MAKER, m. (-s) (Zuidn.) klompenmaker.