kliskruid
o. → klis (2).
Wat is de betekenis van Kliskruid?
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
J.H. van Dale (1898)
Kliskruid
KLISKRUID, KLISSEKRUID, o. klisplant. 1. KLISSEN, (kliste, is geklist), in de war zitten, in de war zijn geklist garen; geklist haar; (Zuidn.) het haar tot klissen vlechten; — vasthechten, omvlechten, vangen.
(uitgelicht)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten