Wat is de betekenis van Klimaatschieten?

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klimaatschieten

o. (O.-I. niets-doen, op een luierstoel liggen en zwijgend genieten): Mijnheer de Resident zat te klimaatschieten.

2025-07-24
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Klimaatschieten

Zich aan een klimaat gewennen. Gekscherend gezegd, met de gedachte aan wortelschieten, voor: een luchtje scheppen, op een ligstoel buiten uitrusten.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klimaatschieten

(kli'ma:t) wkw. 1. zich akklimateren. 2. frisse lucht scheppen (in de tropen). 3. op een luierstoel liggend, niets doen.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Klimaatschieten

KLIMAATSCHIETEN, op een luierstoel liggen en daarbij niets doen, zwijgend genieten van zijne rust; ...SCHIETER, m. (-s), (Ind.) Europeaan die reeds lang in Oost-Indië gewoond heeft.