kliemert
(1974) (Barg.) ellendeling; treiteraar. Op sommige plaatsen: treuzelaar; knoeier. • (Enno Endt en Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974) • (Aldert Walrecht: Woordenboekspel. 1991) • (Patrick Slechten: Sjampe en verweite: een verzameling Bilzerse scheldwoorden. 1999) • kliemerd, kliemer -1 . treuzetaar 2 . morser, knoe...