kleinschaligheid
kleinschaligheid - Zelfstandignaamwoord 1. het feit dat men op beperkte schaal te werk gaat ♢ De kleinschaligheid van deze sector is niet erg efficiënt. Woordherkomst afgeleid van kleinschalig met het achtervoegsel -heid
Wiktionary (2019)
kleinschaligheid - Zelfstandignaamwoord 1. het feit dat men op beperkte schaal te werk gaat ♢ De kleinschaligheid van deze sector is niet erg efficiënt. Woordherkomst afgeleid van kleinschalig met het achtervoegsel -heid
Margreet Weide (2006)
Het streven om woonvoorzieningen voor mensen met een beperking of psychische problematiek te verkleinen zodat deze zoveel mogelijk lijken op een gewone woonsituatie. Woonpaviljoens (wooneenheden op een terrein van de instelling) worden steeds meer vervangen door sociowoningen (gewone woningen in een gewone wijk). In deze semimurale woonvoorziening...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Kleinschaligheid is een stroming in de architectuur als reactie op de grootschaligheid en in navolging van forum II. Kenmerken: menselijke maten als uitgangspunt; bij stadsvernieuwing: vormen (zie vorm (1)) en materiaalgebruik aangepast aan bestaande situatie, renovatie i.p.v. slopen en nieuwbouw; woonerven en verkeersdrempels en pantenbakken; veel...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: