Kleine potjes hebben ook ooren
D.w.z. kinderen luisteren scherp toe; meestal als waarschuwing gezegd, wanneer in het bijzijn van kinderen zaken besproken worden, die zij niet moeten hooren. Bij Goedthals, 139: Cleyne ketelkens, oft potkens hebben ooren, garde bien tes secrets reveler devant fols ou enfants; in de Prov. Comm. 147: cleen keetelkens hebben oeren...